Een bakje water lijkt vanzelfsprekend, maar voor veel huisdieren is voldoende drinken niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Vooral katten drinken vaak minder dan goed voor ze is. En bij honden valt het soms pas laat op dat ze uitgedroogd raken. 💧
Voldoende vochtinname is essentieel voor allerlei lichaamsfuncties, zoals de temperatuurregeling, de spijsvertering en het afvoeren van afvalstoffen. Te weinig drinken kan leiden tot gezondheidsproblemen, zoals nierstenen, blaasontstekingen of zelfs orgaanfalen.
In dit artikel leggen we uit waarom hydratatie belangrijk is, hoe je kunt zien of je dier genoeg drinkt en wat je kunt doen als je huisdier niet vanzelf naar de waterbak loopt.

Waarom water zo belangrijk is voor honden en katten
Water speelt een centrale rol in het lichaam van een dier. Het helpt bij het reguleren van de lichaamstemperatuur, ondersteunt de werking van organen, smeert gewrichten en houdt het lichaam schoon van afvalstoffen. Zonder voldoende vocht werken deze processen minder goed. Bij warm weer of tijdens ziekte verliest een dier meer vocht dan normaal. Dan is extra drinken dus belangrijk.
Voor honden geldt dat ze ongeveer 50 tot 60 milliliter water per kilo lichaamsgewicht per dag nodig hebben. Voor katten ligt dit iets lager, vooral als ze natvoer eten, omdat daar al veel vocht in zit. Maar ook bij katten die natvoer krijgen, is extra drinken nog steeds belangrijk. 🐾
Hoe herken je uitdroging bij je dier?
Sommige signalen van uitdroging zijn subtiel, andere vallen direct op. Een droge neus of kleverige slijmvliezen kunnen aanwijzingen zijn. Ook minder plassen, donkere urine, lusteloosheid of een verminderde eetlust kunnen duiden op een vochttekort.
Een eenvoudige test is om voorzichtig aan de huid in de nek te trekken. Bij een goed gehydrateerd dier veert de huid direct terug. Blijft de huid even staan, dan kan dat een teken van uitdroging zijn. In dat geval is het verstandig om contact op te nemen met je dierenarts.

Waarom sommige dieren weinig drinken
Vooral katten drinken van nature weinig. In het wild halen ze veel vocht uit prooidieren. In huis is dat anders. Veel katten drinken pas als ze echt dorst hebben. En sommige katten drinken liever niet uit een stilstaand bakje, maar bijvoorbeeld uit een druppelende kraan. Ook honden kunnen kieskeurig zijn, vooral als het water niet vers is of het bakje op een onrustige plek staat. 🐕
Medische oorzaken zoals gebitsproblemen of een verminderde nierfunctie kunnen er ook voor zorgen dat een dier minder drinkt. Als je twijfelt, is het altijd goed om een dierenarts te raadplegen.
Wat kun je doen om drinken te stimuleren?
Er zijn gelukkig veel manieren om je dier te helpen voldoende water binnen te krijgen. Zorg in de eerste plaats altijd voor schoon, vers water op een rustige plek. Ververs het water minimaal twee keer per dag en maak de bak regelmatig schoon.
Sommige katten en honden drinken liever uit een drinkfontein, waarbij het water blijft stromen. Dat stimuleert het natuurlijke drinkgedrag. Je kunt ook een extra bak op een andere plek zetten. Katten drinken bijvoorbeeld liever niet naast hun voerbak of kattenbak.
Als je dier echt weinig drinkt, kun je ook wat water aan het voer toevoegen of vaker natvoer geven. Vooral bij katten is dit een effectieve manier om ongemerkt de vochtinname te verhogen. 🍲
Tot slot
Goed drinken is van levensbelang voor huisdieren, maar het is niet altijd vanzelfsprekend. Let daarom op subtiele signalen, zorg voor vers water op meerdere plekken in huis en probeer verschillende manieren uit om je dier te stimuleren. Zo voorkom je problemen en help je je hond of kat gezond en fit te blijven.
Wil je zeker weten dat je dier goed geregistreerd is? Huisdier gechipt? Registreer het bij PetBase. 🐶